De pannenkoeken zijn gisteravond prima gelukt, gewoon hard kloppen met je vork en vrijwel alle klonten waren er uit, ze smaakte heerlijk met de Maple syrup . Om half tien reden we de campsite af op weg voor een rit van ruim 400 kilometer. Dat zou binnen een uur of 6 te doen moeten zijn…..dachten we. Clearwater is de plaats waar we op een camping willen gaan staan. Om van hier uit het Wells Gray Provincial Park te gaan bekijken.
Eerst maar weer de tank volgegooid. Tjonge dat duurt iedere keer toch wel enige tijd. Als ik bedenk hoe snel ik klaar ben met mijn altootje dan duurt dit tien keer langer. Oke, we zitten weer vol en dat is maar goed ook want nog geen 25 kilometer verder staat er een bord met de vraag of je een volle tank hebt want de eerste 150 kilometer zullen we geen tankstation meer tegen komen.
De dag startte met een beetje motregen maar het klaart al snel op. We zijn een half uur onderweg als we langs een bord rijden dat aangeeft dat er een waterval te bezichtigen is, de Nairn falls. We besluiten te stoppen en deze te gaan bekijken. Het is een wandeling van anderhalve kilometer. Niet echt veel maar het is een smal paadje vol met boomwortels en stukken steen, ook is het klimmen en dalen. Goed opletten dus waar je je voeten neerzet.
Prachtig pad overigens, dwars door het bos. De waterval was niet groot maar wel erg mooi. Jammer dat een foto nooit de werkelijkheid weergeeft, alleen al omdat je er geen geluid bij hebt. De waterval mag dan niet zo groot zijn maar komt met een donderend geraas naar beneden. Met de terugweg erbij een lekkere ochtendwandeling van 3 kilometer gemaakt. Het weer is inmiddels flink opgeklaard en we trekken onze vesten uit, dat wordt te warm. We zijn nog steeds optimistisch over onze reisduur, tot we het bergachtige gebied inrijden. Heel veel klimmen en bochten zo nauw dat je er echt niet meer dan 20 km per uur kunt rijden. De afdalingen zijn steil, drie keer een afdaling van 13%, een van 11% en een van 9% en dit achter elkaar. Maar wel weergaloos mooie natuur.
Je komt ogen tekort achter elke bocht komt wel weer iets moois om te zien tevoorschijn. Een rivier, een kreek, een schitterend meer enz enz. Er wonen zelf mensen. Ik moest gelijk aan de Hillie Billies denken. Veel huizen zijn niet meer dan stacaravans of bestaan uit houten gevels met golfplaten daken, overal ligt puin en rotzooi om de huizen. Het lijkt me bijzonder eenzaam, er staan steeds hooguit een paar huizen bij elkaar. Waar doen die mensen in vredesnaam hun boodschappen?? Een paar keer een stop gemaakt voor een kop thee en koffie of om foto’s te maken.
Na verloop van tijd wordt het allemaal wat droger en minder begroeiing. Ik had net tegen Ron gezegd dat ik benieuwd was of we nu ook nog een zwarte beer zouden tegen komen. Zien we nog geen 5 minuten later een aantal campers staan en fotograferende mensen. Dit kan maar een ding betekenen, een beer en ja hoor op zo’n 50 meter afstand stond een beer die op zoek was naar besjes. Iedereen, inclusief ikzelf, deed wat er sterk wordt afgeraden, we stapten uit voor de foto. Nou bleef de beer stug met zijn achterkant naar ons staan dus na vele foto’s heb ik hem er 1 keer redelijk opstaan. Wel supergaaf natuurlijk.