Vanmorgen uitgeslapen tot 8.30 uur. Het is hier helemaal niet koud en bij het opstaan lijkt het een prachtige dag te worden. Dat bleek later te kloppen het werd rond de 23 graden en morgen voorspellen ze zelf 26 graden. Het is onvoorstelbaar hoe we het met het weer treffen. Rond 12.00 uur zijn we op pad gegaan. Eerst de koelkast weer aangevuld bij de plaatselijke supermarkt, daarna getankt (alweer) en het propaangas aangevuld zodat we niet zonder warm water komen te zitten en kunnen blijven koken.
De plaatselijke bevolking is niet erg modegevoelig. De vrouwen lopen voor het grootste deel in een legging (ook al kunnen ze het qua gewicht niet echt hebben) en een T-shirt, de mannen in een afgezakte spijkerbroek met daarboven een dikke buik en ook een T-shirt, het liefst met een adelaar er op of iets van een rockband. We vallen dus niet echt uit de toon met onze fleece vesten en makkelijke broeken.
Het Wells Gray park ligt op een steenworp afstand van de camping en het is een bonte verzameling van bergen, watervallen, meren, onstuimige rivieren en diepe bossen. Het is een van Britisch Columbia’s mooiste natuurparken. Er loopt een weg doorheen de 63 kilometer lange Wells Gray Park Road. Er wordt overal gewaarschuwd voor beren en wat je moet doen als je ze tegen komt.
We besluiten de weg zoveel mogelijk tot het einde af te rijden en vandaar terug te rijden en onderweg te stoppen om dingen te bekijken. De weg volgt de Clearwater river en clear is hij. Het water is zo helder dat je de bodem kunt zien en van een onwaarschijnlijk mooie kleur groen. Nadat we ongeveer 40 kilometer hebben gereden wordt de weg i.p.v. een mooie geasfalteerde weg een gravelweg. De camper hotst en klotst over de weg, alles rammelt en zelfs het beddengoed valt van het bed. We vragen ons af of we goed zitten maar dat kan bijna niet anders want deze weg is gewoon het verlengde van de asfaltweg. We blijken goed te zitten want onderweg komen we allerlei bordjes tegen waar de watervallen, kreken etc zijn.
We stoppen bij Alice Lake, van hieruit kunnen we een wandeling maken naar Mineral Spring en Ray’s farm. Deze boerderij (piepklein huisje) werd gebouwd door John Ray in 1912, hij was de eerste pionier die zich hier vestigde. Later kwam zijn vrouw Alice hier ook naar toe en hebben zij er met hun drie kinderen tot 1942 gewoond. Zij woonden dus bijzonder afgelegen en de onverbiddelijke omgeving illustreert de ontberingen van het pioniersleven. De farm is nu een ruine, en er wordt bewust niets aan gedaan. De gedachte erachter is om de farm terug te geven aan de natuur. De Mineral Spring was een kleine bron waaruit langzaam water komt met daarin (de naam zegt het al) vele mineralen. Het was al met al een flinke wandeling van ongeveer 10 kilometer.
Op de weg kwamen we vele auto’s en campers tegen maar het gekke is dat je tijdens zo’n wandeling nauwelijks iemand tegenkomt. Soms vond ik het best wel eng, want ondanks dat de wandeling prachtig was en over hele kleine bospaadjes ging was ik toch bang om opeens een beer tegen te komen (wat overigens niet gebeurd is, geen een beer gezien zelfs). We zijn ook zoveel verschillende paddestoelen tegen gekomen, de een nog mooier dan de ander. We hebben zo genoten van de wandeling, de natuur hier is zo onbeschrijflijk mooi. Na elke bocht is er weer iets anders te zien en iedere keer verbazen we ons weer over al dit moois. We blijven tegen elkaar zeggen wat een geweldige dag dit is en hoe mooi het hier is.