In het vliegtuig hadden we een kaart moeten invullen met
de aankomst en vertrek van jezelf (je kent het wel,
paspoortnummer, wie ben je, waar verblijf je, hoe lang etc).
Volgens de stewardess hadden we aan één kaart genoeg.
Vreemd want je kon maar één naam invullen. Dat bleek ook
wel, Ron mocht niet door de douane voor hij zo’n kaart had
ingevuld. Dat gaf wat oponthoud. We kwamen hier gelijk
een bekende tegen.
Ook in China dus heel beroemd. Koffers waren er vrij snel en eenmaal de vertrekhal uitlopend zagen we onze reisleidster staan. Haar naam is Yvonne, een Nederlandse die al jaren in Sri Lanka woont. We kregen de instructie om eerst een aantal duizend Yuan op te nemen uit de geldautomaat zodat we straks in het hotel direct de entreegelden en fooien voor de komende tijd met haar kunnen afrekenen.
Er word veel verteld in de bus, op weg naar het hotel. We rijden over een prachtige snelweg langs het ene na het andere hoge gebouw. Beijing heeft 21 miljoen inwoners, het geld en de waarde er van wordt uitgelegd en Mark wordt voorgesteld. Mark is de komende dagen onze Chinese reisleider. Als we zouden willen kunnen we vanmiddag naar de dierentuin om Panda’s te zien en naar het Olympisch stadion. Er moeten dan minsten 15 deelnemers zijn en helaas we kwamen tot 10. Iedereen was erg moe, begrijpelijk maar toch jammer. Bij het hotel aangekomen blijkt er een koffieshop te zijn waar we wat gaan drinken en nog meer informatie krijgen. Wat lastig gaat worden is dat de Chinezen alleen maar chinees praten, echt zelfs de meest simpele uitdrukkingen in het Engels kennen ze niet.
Dat bleek later toen één van de groepsleden een Simkaart wilde kopen in een elektronicazaak. Het is hem niet gelukt uit te leggen wat hij nodig had. Het rondbrengen van de drankjes is een toneelstuk. Er zijn 6 mensen druk mee bezig (de keuze was, water, Sprite, Cola of bier) en toch liep het niet vlekkeloos. Ook het betalen had iets van een theatershow. Enfin na Yvonne van de nodige gelden voorzien te hebben konden we naar onze kamer.