Vanmorgen ging per ongeluk om 6 uur de wekker, ik was vergeten de tijd te veranderen in mijn telefoon. Nou ja, kregen we er eigenlijk zomaar een uur bij. Ivonne had ons gisteren al verteld dat het hotel prima is maar dat het ontbijt waardeloos zou zijn. Daar was geen woord van gelogen. De kamer was prima, het bed was heerlijk en de douche was geweldig en dan zo’n afknapper met het ontbijt. Het waren soepjes en rijst, of een witte boterham met een groen gekookt ei. Koffie was er ook niet.
Taiyuan is een stad met 2 en half miljoen inwoners en is de hoofdstad van de provincie Shanxi en behoort nou niet bepaald tot de mooiste steden van China. Het is vooral een halte op weg naar Pingyao. De grootste bezienswaardigheid is de buiten de stad gelegen herdenkingstempel Jin Ci. Om 9 uur zaten we weer keurig in de bus, op weg naar deze Tempel aan de voet van de Xuanweng berg. Na een klein half uur zijn we er, het regent licht (we hebben wel een paraplu nodig maar het is absoluut niet koud).
In China is er slechts 1 tempel van de vrouwen en van het water. De oudste gebouwen dateren uit de periode van de Ming dynastie. Wat heel bijzonder is dat in de hoofdhal de heilige moeder van de hertog van Jin is opgesteld als terracotta beeld, met om haar heen in een cirkel 43 dienstbodes en eunuchen. De echt enorm mooi gekleurde beelden dateren net als de hal uit het jaar 1102. Ook staan er stokoude bomen, het is echt een heel mooi sereen park.
Er is een bron, maar ook een schitterend aangelegde vijver waar achter een mooie Pagode staat. Daar aangekomen zien we ook hier vele prachtig gekleurde Terracotta beelden en een gouden boedha. Omdat we echt nog niet uitgekeken zijn in dit enorm mooie park krijgen we een half uur extra de tijd, hierin heb ik gelukkig nog heel veel mooie foto’s kunnen maken.
Hierna weer hup de bus in want we moeten kilometers maken, het is nog zo’n 100 kilometer naar Pingyao. Het is inmiddels behoorlijk hard aan het regenen geslagen (wat een geluk hebben we bij de Tempel gehad met de miezer). Gelukkig rijden we op de snelweg en verloopt de reis voorspoedig. We rijden alweer langs kilometers lange maisvelden. Ik denk dat we nu bij elkaar wel 300 km maisvelden hebben gezien. Misschien is dit wel de mais graanschuur van China. Helaas na enige tijd moeten wij de snelweg verlaten en komen we op wegen terecht vol kuilen en gaten. Op een gegeven moment hossen we door enorme kuilen vol water en modder. Het is dat we echt een heel goede chauffeur hebben want ik vond het niet leuk. Op een gegeven moment leek het alsof de bus bijna omsloeg! Volgens Ron heeft de bus gewoon een goede vering maar toch, ik was dolblij dat we weer op een stuk weg uitkwamen zonder kuilen.
We volgen een saai stuk weg en zien om de 500 meter een benzinestation en vele, vele vrachtwagens op de weg. Opeens komt er een vrachtwagen, met op drie lagen, varkens voorbij. Ach, de hele vrachtauto is open en ze hebben totaal geen bewegingsvrijheid en dan ook nog in de stromende regen. De gepasseerde dorpjes zijn het benoemen niet waard, of het is een enorme gribuszooi of het lijkt onbewoond, wat het ook was het zag er bijzonder deprimerend uit. Rond 14 uur kwamen we in Pingyao aan.We zitten in een guesthouse in de oude binnenstad. Deze is volledig ommuurd en er mogen geen auto’s rijden. Eenmaal uit de bus worden we in een soort golfkarretje gezet. De bagage van iedereen komt ook in zo’n karretje terecht. Daar gaan we door een aantal straten heen tot we niet verder kunnen. Stap maar uit en neem je koffer maar mee tot je bij het Guesthouse bent wat nog zo’n 50 meter was. Als de zon schijnt is dit natuurlijk helemaal niet erg maar nu was het een stuk minder leuk het ging namelijk steeds harder regenen.