Na een vroeg ontbijt (half 7) werden de koffers weer in de golfkarretjes geladen (gelukkig waren er nog geen winkeltjes open en mochten de karretjes tot voor het Guesthouse rijden). Buiten de stadsmuur gingen de koffers weer in de bus en samen met ons op weg naar het station. Hier arriveerden we iets voor achten, de trein naar Xi’an zou om 10 voor 9 vertrekken. Alles in China verloopt zeer georganiseerd en gedisciplineerd. Dit begon al met het feit dat we de kaartjes op naam uitgereikt kregen, ook staat je paspoortnummer erop vermeld, evenals het rijtuig- en stoelnummer. Voor we het station daadwerkelijk in mochten moesten onze tassen en koffers door de scanner en werden wijzelf gefouilleerd.
Daarna gaan we door een poortje waar onze kaartjes nog met de hand geknipt worden en mogen we het perron op waar we alleen op die plek mogen gaan staan waar je straks in moet stappen. Het oogt zeer rustig op het perron omdat je er alleen mag staan als je ook daadwerkelijk met de trein gaat reizen. Daar kwam een mooie witte trein, we kregen drie minuten om in te stappen en dat is vrij kort met 30 mensen en minimaal 30 koffers. Na wat geharrewar over waar we nu de koffers moesten laten, want ze mochten niet bij je stoel, konden we gaan zitten en genieten van het landschap.
De trein heeft al snel een snelheid van 240 km per uur! Je merkt er echt helemaal niets van, ook niet als je naar buiten kijkt. Onze treinen in Nederland schommelen heen en weer en maken lawaai en deze trein was heel stil en bewoog nauwelijks (alleen voorwaarts). We stoppen wel regelmatig op een station. In de trein lopen stewardessen in mooie pakjes, bij wie je wat te eten en te drinken kunt kopen. Ook komt er minimaal elk kwartier een mevrouw voorbij met een blik en veger die elk stofje (bestaand of niet bestaand) opveegt. Na elk station krijgen we informatie over wat je moet doen om je eigen veiligheid te garanderen, over waar we naar toe gaan en hoe laat we daar zullen zijn.
Het wordt zowel in het Chinees als in het Engels gezegd. Wat trouwens sowieso opvalt is dat overal een Engelse vertaling bijstaat, of het nu om de verkeersborden gaat, straatnamen of winkels etc. Best gek want de gemiddelde Chinees begrijpt werkelijk waar, echt geen enkel woord Engels. De toiletten aan boord zijn net als vrijwel overal sta – toiletten en kunnen werkelijk ongelooflijk stinken. Na ongeveer drie uur zijn we 550 km verder en arriveren we in Xi’an.
Stomverbaasd kijk ik naar een legertje vrouwen die met sop emmers en doeken komen aanrennen en de trein beginnen schoon te maken. Aan de buitenkant wel te verstaan. De ramen worden gezeemd, de hele trein wordt gesopt en binnen worden door middel van een pedaal alle stoelen omgedraaid, zodat iedereen straks in de juiste rijrichting zit. Wederom onvoorstelbaar gedisciplineerd. Het station is enorm groot (lijkt wel een vliegveld) en nergens is een bagagekarretje te ontdekken. Dat betekent dat Ron onze twee koffers bijna een kilometer door het hele station achter zich aan moet trekken (volgend jaar komen er echt koffers met een duwstang en vier wieltjes). Ik had het minder lastig want ik liep met de twee handbagage koffertjes, die wel in het bezit zijn van vier wieltjes en een duwstang. Eenmaal buiten moest er nog 500 meter met de koffers gezeuld worden omdat de bus niet vlak voor het station mocht parkeren. Hier maken we ook kennis met Harry, onze gids tijdens het verblijf in Xi’an.
De bedoeling is om direct een Pagode te gaan bezoeken. Ivonne stelt echter voor om dit morgen te doen. Omdat het weer vandaag zo mooi is en er morgen regen wordt voorspeld lijkt het haar een beter idee om vandaag de oude stadsmuur te bezoeken en er (optioneel) een rit met de fiets over te maken.